Grondslagen voor verwerking
Elke keer als je persoonsgegevens verwerkt, is dat een inbreuk op de privacy van de mensen over wie het gaat. Daarom mag je alleen persoonsgegevens verwerken als het echt niet anders kan. Dus: als je zonder deze gegevens je doel niet kunt bereiken.
Persoonlijk gebruik
Verwerking van persoonsgegevens puur voor persoonlijk gebruik is wel toegestaan. Denk bijvoorbeeld aan een verjaardagskalender of een bestand met adressen van familie en vrienden.
Dat betekent dat je als organisatie een goede reden moet hebben om persoonsgegevens te verwerken. In de privacywet, de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG), staan 6 redenen genoemd. De juridische naam voor die redenen is grondslagen. Je hebt dus een grondslag nodig om persoonsgegevens te mogen verwerken.
Rechtmatige grondslag
Voor de verwerking van persoonsgegevens is vanuit de AVG altijd een ‘rechtmatige grondslag’ nodig. Dit kan toestemming zijn, maar ook een (verkoop)overeenkomst of het gerechtvaardigde marketingbelang van een organisatie.
De voorwaarden waaronder je e-mails mag versturen op grond van deze gegevens zijn vastgelegd in de Telecommunicatiewet. Die wet is niet gewijzigd met de invoering van de AVG.
Ten opzichte van de vorige wet (Wbp) zijn er dus geen wezenlijke veranderingen. Het is nog steeds toegestaan een persoon of organisatie te bellen of post te sturen met een aanbod zonder dat je daarvoor toestemming hebt. Per e-mail mag dat niet zomaar; dit zijn de voorwaarden:
- Of je hebt ondubbelzinnig toestemming van de betrokkene, door middel van een verklaring of een actieve handeling. (Dus geen zinnetje in de algemene voorwaarden waarin staat dat iemand akkoord gaat met de ontvangst van een nieuwsbrief, of een vooraf aangevinkt hokje bij een formulier).
- Of je hebt een bestaande klantrelatie met de betrokkene. Voorwaarde is wel dat in elke mail duidelijk aangegeven wordt hoe men zich kan afmelden. (Dit wordt in Laposta automatisch geregeld).